Geef mij emotie waar ik iets mee kan
“Geef mij een emotie waar ik iets mee kan!” riep de radeloze sollicitant tijdens een assessment tegen de actrice, die zojuist bij hem aan tafel in snikken was uitgebarsten. Hij had de rol van leidinggevende, en moest een begeleidingsgesprek voeren met een van zijn vrouwelijke medewerkers.
Vlak daarvoor was ze nog ontzettend boos geweest, en had staan schreeuwen en dreigen dat ze een andere collega wat zou gaan aandoen. Hij had alle zeilen bij moeten zetten om haar weer rustig te krijgen, en toen dit gelukt was en ze beiden weer aan tafel zaten, parelde er wat zweet op zijn voorhoofd. Ze leek weer voor rede vatbaar, maar dit was voor korte duur want al gauw kwam het gesprek op waarom ze nu zo boos had gereageerd. En u raadt het al; er speelden ook privéproblemen. De zweetdruppels waren intussen aanzwellende beekjes geworden. Hij keek kort en wat nerveus naar de zijkant, waar ik zat. Ik had de rol van assessor, en ergens voelde ik een impuls om hem te hulp te schieten. Helaas was er in deze setting geen mogelijkheid tot het inzetten van een hulplijn. Hij stond er alleen voor.
De actrice begon steeds heviger te huilen, waardoor de spanning opliep bij de kandidaat; de rode vlekken werkten zich als een stormvloed vanuit zijn hals naar boven. Hij wist ergens wel dat nu wat van hem verwacht werd; een woord, een gebaar, iets. Maar er leek ergens wat te blokkeren, en de frustratie werd hem teveel. “Wat is dit nu weer?” riep hij uit terwijl hij zijn handen ter hemel hief, om er vervolgens aan toe te voegen dat hij toch de voorkeur had voor een andere emotie. Ik moest mijn best doen om een lach te onderdrukken.
Waarom is deze situatie mij zo bijgebleven?
Misschien omdat het een klassiek voorbeeld lijkt van het ongemak van sommige (of de meeste?) mannen in het omgaan met emoties bij vrouwen. Waar komt dit ineens vandaan? Wat moet ik doen? Waarom zijn er geen zakdoekjes in de buurt? Of een glas water. Help!
Of is het de doelgerichte of resultaatgerichte voorkeursstijl versus het intuïtieve, gevoelsmatige. De een wil de feiten achterhalen en oplossingen bedenken maar komt daar niet toe door de grillige emoties die steeds de kop opsteken en aandacht vereisen.
Ik maak regelmatig mee in simulaties dat er momenten zijn dat een deelnemer onbewust even moet lachen. Soms is dat spanning, maar vaak is het ook dat bepaald gedrag herkent wordt vanuit de praktijk. Een teken voor mij als acteur dat ik op de goede weg zit wat betreft mijn spel. Ik denk dat ik bij de uitroep van de sollicitant ook mijn lach moest inhouden omdat ik het ergens herken. Wellicht heb ik dat zelf ooit ook wel eens willen zeggen.
In de meeste trainingen wordt van acteurs juist gevraagd om een emotie of gedrag te spelen waar een deelnemer in eerste instantie niet zoveel mee kan. Wat in zijn of haar allergie zit, en lastig te peilen of te beïnvloeden is. Daar zit de leerwinst, waar je als trainingsacteur kan helpen om iemand te laten groeien. Een inkijkje te geven in een andere belevingswereld.
“Geef mij een emotie waar je niets mee kunt, en we gaan onderzoeken hoe we daar verandering in aan kunnen brengen”.
Hans van Duijn
Trainingsacteur Buro Wittenburg